Abdalla-broers bij Ajax: 'De ultieme droom? Met z'n drieën in Ajax 1'
In dit artikel:
Drie broers uit Eindhoven — Wail (10), Moeijed (13) en Mohamed (16) — zitten sinds de zomer van 2024 gezamenlijk in de jeugdopleiding van Ajax, elk in een andere leeftijdscategorie: Wail in O11, Moeijed als aanvoerder van O14 en Mohamed in O19. Voor alle drie begon het voetballen op het pleintje bij huis; hun talent leidde via FC Eindhoven en belangstelling van grote clubs uiteindelijk tot een gezinsbrede verhuizing naar Amsterdam zodat ze bij Ajax konden aansluiten.
Hun dagelijkse leven draait om voetbal: thuis ontbijten en afscheid nemen, samen op de club trainen en ’s avonds weer aan tafel analyses en wedstrijdbesprekingen. De ouders en oudere zus verhuisden mee en zijn nauw betrokken; vooral moeder verzorgt veel ritjes naar wedstrijden. Het gezin belichaamt een strakke combinatie van opvoeding, geloof en voetbal — de broers bidden vijfmaal per dag en volgen Koranlessen — en dat structuur en offers vergen is hen bewust.
Sportief lopen de paden van de drie broers uiteen. Mohamed maakte het afgelopen jaar grote stappen: hij won de Olympia Future Cup, tekende zijn eerste profcontract en trainde al eens mee met Ajax 1. Hij richt zich dit seizoen op de O19 en de ambitie om de UEFA Youth League te winnen; zijn benadering blijft echter nuchter en gefocust op wedstrijd voor wedstrijd. Moeijed onderscheidt zich als doelpuntenmaker (19 goals in 14 duels) en zoekt uitdaging door soms met een lichting hoger te meten. De jongste, Wail, ontwikkelt zich in O11 en spiegelt zich aan zijn oudere broers, leert dribbelen van Mohamed en afwerken van Moeijed.
De overstap naar Ajax vroeg om aanpassing: het tempo, de trainingsintensiteit en de directe cultuur in Amsterdam zijn anders dan in Eindhoven. De broers herkennen die verschillen vooral in details en werkwijzen, maar waarderen de scherpte die de nieuwe omgeving oplevert. Thuis geldt zowel competitie als steun: er wordt fanatiek FIFA gespeeld en besproken wie de beste was, maar ook analytisch gekeken naar wat beter kan. Die rivaliteit is volgens hen juist voedend — “broederliefde” in combinatie met competitief instinct.
De familiefunctie is cruciaal geweest: de ouders bieden logistieke en emotionele steun en zijn vrijwel altijd aanwezig bij wedstrijden. De broers erkennen dat de situatie ongewoon is en voelen zich dankbaar voor hun kansen en het gezinsverband dat hen daarheen bracht.
Hoogste wens blijft implicit: ze noemen zelden hardop de ultieme droom, maar het idee leeft duidelijk — ooit met z’n drieën doorstromen naar Ajax 1. Tot die tijd richten ze zich op ontwikkeling, teamdoelen en het benutten van de mogelijkheden binnen een van Europa’s meest gerenommeerde jeugdopleidingen.