Ajax Doc | Ajax 1973: voltooiing van de trilogie
In dit artikel:
Op 30 mei 1973 schreef Ajax geschiedenis door voor de derde keer op rij de Europacup I (het huidige UEFA Champions League) te winnen. In de finale in Belgrado versloeg Ajax Juventus met 1-0 dankzij een vroeg doelpunt van Johnny Rep. Deze zege volgde op eerdere overwinningen dat seizoen op topclubs Bayern München en Real Madrid, waarmee Ajax een unieke trilogie completeerde. Vijftig jaar later blikken oud-spelers Johnny Rep en Jan Mulder, voormalig Juventus-speler Fabio Capello en Grietje Mühren, de weduwe van Gerrie Mühren, terug in de documentaire 'Ajax 1973: voltooiing van de trilogie', te zien op de Ajax-kanalen.
Deze periode wordt beschouwd als de gouden eeuw van Ajax, waarbij het team niet alleen Europees kampioen werd, maar ook de Eredivisie, de Wereldbeker en de UEFA Super Cup veroverde. Mulder, die in 1972 van RSC Anderlecht naar Ajax kwam, benadrukt de uitzonderlijke klasse en het teamgevoel binnen het elftal, met legendes als Johan Cruijff, Piet Keizer en Johan Neeskens. Capello herinnert zich de arrogantie en onoverwinnelijkheid van Ajax en het pijnlijke moment toen de Juve-spelers moesten toezien hoe Ajax de beker triomfantelijk in hun spelersbus gooide.
De triomfen van Ajax in de jaren ’70 worden verder belicht in aanvullende documentaires over de Europese finales in 1971 en 1972. In 1971 won Ajax zijn eerste Europacup I door Panathinaikos met 2-0 te verslaan, mede dankzij doelpunten van Dick van Dijk en Arie Haan. Het jaar erop versloeg Ajax Internazionale in De Kuip met 2-0, waarbij Johan Cruijff twee keer scoorde. Bekende clubiconen zoals Sjaak Swart, Marco van Basten en Heini Otto delen hun herinneringen aan deze legendarische wedstrijden, die niet alleen vanwege het sportieve succes, maar ook door de gemoedelijke, feestelijke sfeer rondom het voetbal een bijzondere plaats innemen in de clubgeschiedenis.
Doelman Heinz Stuy en Sjaak Swart benadrukken het sterke teamverband en het immense aanzien dat Ajax verwierf door deze Europese triomfen. De trilogie markeert de hoogtijdagen van een elftal dat internationaal synoniem werd met attractief, dominant voetbal en de naam Ajax als instituut vestigde, terwijl het tegelijkertijd een warme, Amsterdamse clubcultuur uitstraalde.